Deze bijzondere druivensoort leek, na de phylloxera (druivenluis) crisis die rond 1864 in Europa veel wijngaarden verwoeste, van de aardbodem verdwenen te zijn. Echter herontdekken de Fransen deze druivensoort in Chili.
Men had deze druivensoort hier een eeuw lang aangezien voor de Merlot druif. Dezelfde Fransen hadden in de 18de en 19de eeuw veel succes met deze druivensoort want deze was onderdeel van de grootste wijnen van de Medoc, helaas keerde Carménère na de ramp niet terug in Frankrijk. In Chili is het dé druivensoort en de beste Carménère komt nergens anders vandaan dan van Chili.
Carménère wijnen zijn rijk aan smaak, vol, zacht en licht gekruid met voldoende kracht. Gastronomisch gezien is de Carmenère zeer goed inzetbaar bij wildgerechten, kruidige pastaschotels en de beste steaks. Met de wijnmakers van Panul – Francisco Errazuriz, telg uit een van de bekendste Chileense wijnfamilies – geniet ik namelijk de beste steak van het land met een Carménère 2011, puurder kan het niet. Tja en wat de Franse trots betreft: die hebben Sarkozy toch (nog)?
Auteur: Wietze Snaak / www.josbeeres.nl / HG
Column Wietze Snaak – Jos Beeres Wijnkoperij