Door de landelijke sluiting van veel motor-clubhuizen vanwege criminele activiteiten, worden ontmoetingsplekken voor motorclubs steeds schaarser in Nederland.
In verschillende Nederlandse gemeenten is de invloed van ‘motorbendes’ in cafés en clubs inmiddels merkbaar. Zo waarschuwde de burgemeester van Oldenzaal recentelijk zijn horecaondernemers voor de komst van motorclubs als Satudarah en Hells Angels. In zijn brief aan de ondernemers gaf hij onder andere tips om een huisreglement op te stellen waarin groepsvorming niet wordt getolereerd.
Landelijke aanpak
Steden als Den Bosch, Tilburg en Zwolle pakken het ‘motorclub probleem’ ook aan, elk op een geheel eigen wijze. Het gemeentebestuur van Den Bosch heeft in haar horecaverordening opgenomen dat motorbendes geen bijeenkomsten meer mogen houden in cafés. In Tilburg is het bijvoorbeeld in het centrum verboden om in clubkleding horecagelegenheden te bezoeken en de Zwolse burgemeester Henk Jan Meijer concludeert inmiddels dat er landelijk over een toename van ‘motorbendes’ in de horeca mag worden gesproken. Exacte cijfers zijn in deze lastig aan te geven, maar de bendes manifesteren zich duidelijk in horecagelegenheden, aldus de burgemeester, tevens voorzitter van de landelijke strategische overleggroep die met gemeenten, politie, OM, FIOD en Belastingdienst motorbendes aanpakt.
Van clubhuis naar horeca
Het huidige overheidsbeleid is gericht op het tegengaan of sluiten van clubhuizen van motorclubs als Hells Angels, Satudarah, Bandidos en No Surrender. Gemeenten doen met succes een beroep op de Horecawet of het bestemmingsplan om een ‘clubhuis’ te weren of sluiten. Echter kent het succes van die strijd een keerzijde voor de horeca. De lokale motorclubs ‘chapters’ (afdelingen) gaan na de sluiting van hun ‘clubhuis’ op zoek naar nieuwe plekken om samen te komen. De landelijke overleggroep zal daarom contact met Koninklijke Horeca Nederland gaan opnemen ‘om te bekijken hoe horecaondernemers handvatten kunnen worden geboden’ om clubleden te weren uit hun gelegenheden.
Groningen
Burgemeester Peter den Oudsten van Groningen maakt zich ook zorgen. Door strikt toe te zien op de regels, kunnen gemeenten het ‘motorgangs’ wel moeilijker maken. Met de sluiting van een tweetal cafés vanwege drugshandel is het in Groningen gelukt clubs hun ‘thuishonk’ te ontnemen. De stad Groningen heeft officieel geen vestiging meer van een motorclub, hetzelfde geldt voor Assen. ‘’Evengoed manifesteren de clubleden zich wel in de stad’’, aldus Den Oudsten. Vooral in de horeca. Ze treden geregeld in clubkleding in groepsverband horecagelegenheden binnen, wat andere gasten afschrikt.
De politie eenheid Noord-Nederland, samenwerkende gemeenten, O.M. en belastingdienst hebben in 2016 ruim zeventig keer ingegrepen tegen motorclubs. In meer dan de helft van de gevallen ging het om bestuurlijke maatregelen, zoals een ‘clubhuis’ voorkomen of sluiten of het verbieden van een evenement.